Distributie Stamkaarten
"Een Verhaal van Schaarste en Overleving."
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Nederland geconfronteerd met schaarste en beperkte middelen als gevolg van de Duitse bezetting. Om ervoor te zorgen dat de schaarse goederen eerlijk werden verdeeld, werd het distributiesysteem ingevoerd. Verschillende soorten bonnen en kaarten werden uitgegeven om de aankoop van essentiële goederen te reguleren.
Een van de bekendste kaarten was de Distributiestamkaart, die diende als identificatiebewijs en toegang gaf tot verschillende bonnen. Versnaperingskaarten en Bloemkaarten waren bijvoorbeeld nodig om snoep en bloem te kunnen kopen. Daarnaast was er ook een bonkaart Algemeen, die gebruikt kon worden voor verschillende basisbehoeften. Zelfs brandstoffen waren "op de bon" en bij het inleveren van brandstofbonnen kreeg men een bewijs van ontvangst.
Naast de gewone distributiestamkaarten waren er ook Noodstamkaarten in omloop. Deze kaarten werden uitgegeven in noodsituaties, zoals tijdens de Hongerwinter, toen er een ernstig tekort aan voedsel was. Op de distributiekaarten stond vermeld wanneer men de volgende bonnenvellen kon afhalen. Een zegel moest worden afgescheurd en ingeleverd om bonnen te ontvangen. Op de stamkaart en het inlegvel werden vervolgens de afgehaalde bonnen aangegeven. Er waren verschillende inlegvellen beschikbaar, zoals K-inlegvellen en L-inlegvellen, afhankelijk van de leeftijd en welstand van de betrokkenen.
Winkeliers speelden een belangrijke rol in het distributiesysteem. Zij moesten de ontvangen bonnen weer inleveren om hun voorraad aan te vullen. Het inleveren van valse bonnen kon ernstige gevolgen hebben, zoals het verliezen van de vergunning om te handelen.
Tijdens de Hongerwinter waren er nog steeds bonnen in omloop, maar door de Duitse blokkade was er geen voedsel meer beschikbaar in West-Nederland. Hierdoor werden de bonnen nutteloos en was er een acuut tekort aan voedsel. Mensen moesten creatief zijn en zichzelf zien te redden met wat er wel was.